Zaak C-364/11: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 december 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Mostafa Abed El Karem El Kott, Chadi Amin A Radi, Hazem Kamel Ismail/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Richtlijn 2004/83/EG — Minimumnormen voor toekenning van vluchtelingenstatus of subsidiaire-beschermingsstatus — Staatlozen van Palestijnse afkomst die daadwerkelijk bijstand van United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) hebben ingeroepen — Recht van die staatlozen op toekenning van vluchtelingenstatus krachtens artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83 — Toepassingsvoorwaarden — Ophouden van die bijstand van UNRWA „om welke reden ook” — Bewijs — Gevolgen voor betrokkenen die om toekenning van vluchtelingenstatus verzoeken — Recht „op grond van dit feit op de voorzieningen uit hoofde van deze richtlijn” — Automatische erkenning als „vluchteling” in zin van artikel 2, sub c, van die richtlijn en toekenning van vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 13 ervan)
Zaak C-364/11: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 december 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Mostafa Abed El Karem El Kott, Chadi Amin A Radi, Hazem Kamel Ismail/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Richtlijn 2004/83/EG — Minimumnormen voor toekenning van vluchtelingenstatus of subsidiaire-beschermingsstatus — Staatlozen van Palestijnse afkomst die daadwerkelijk bijstand van United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) hebben ingeroepen — Recht van die staatlozen op toekenning van vluchtelingenstatus krachtens artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83 — Toepassingsvoorwaarden — Ophouden van die bijstand van UNRWA „om welke reden ook” — Bewijs — Gevolgen voor betrokkenen die om toekenning van vluchtelingenstatus verzoeken — Recht „op grond van dit feit op de voorzieningen uit hoofde van deze richtlijn” — Automatische erkenning als „vluchteling” in zin van artikel 2, sub c, van die richtlijn en toekenning van vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 13 ervan)
Zaak C-364/11: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 december 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Mostafa Abed El Karem El Kott, Chadi Amin A Radi, Hazem Kamel Ismail/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Richtlijn 2004/83/EG — Minimumnormen voor toekenning van vluchtelingenstatus of subsidiaire-beschermingsstatus — Staatlozen van Palestijnse afkomst die daadwerkelijk bijstand van United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) hebben ingeroepen — Recht van die staatlozen op toekenning van vluchtelingenstatus krachtens artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83 — Toepassingsvoorwaarden — Ophouden van die bijstand van UNRWA „om welke reden ook” — Bewijs — Gevolgen voor betrokkenen die om toekenning van vluchtelingenstatus verzoeken — Recht „op grond van dit feit op de voorzieningen uit hoofde van deze richtlijn” — Automatische erkenning als „vluchteling” in zin van artikel 2, sub c, van die richtlijn en toekenning van vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 13 ervan)