ISSN 1831-5380
Siteplan | Juridische mededeling | Cookies | Veel voorkomende vragen | Contact | Pagina afdrukken

4.2.2. Logische structuur van documenten

Een gedrukt document bestaat uit twee elementen: de inhoud, dat wil zeggen reeksen tekens met een logische structuur, en de vormgeving.

Logische structuur van documenten - 240202-nl.gif

De vormgeving, die tot het domein van de typografie behoort, wordt door de drukker verzorgd, volgens aanwijzingen van de grafisch ontwerpers. Doorgaans komt de vormgeving van de originele tekst, de opmaak enz., niet overeen met de uiteindelijke vormgeving van de door de drukker gezette tekst. Het is bij de kopijvoorbereiding meestal nutteloos en soms zelfs hinderlijk te proberen de getikte tekst op te maken zoals hij moet worden gedrukt (woorden mogen bijvoorbeeld niet handmatig worden afgebroken, omdat de afbrekingen bij de verwerking van het document door de drukker weer moeten worden verwijderd).

Voor de drukker moeten de verschillende delen van de tekst echter wel duidelijk te onderscheiden zijn. Hiervoor moet bij het intikken:

hetzij een stylesheet worden gebruikt,
hetzij volgens een duidelijk vastgesteld model codering worden aangebracht.

Stylesheets

Met het oog op de juiste interpretatie van de tekst door de drukker moeten de verschillende tekstniveaus correct worden aangegeven (titel, normale tekst, verklarende noot enz.).

Hiervoor biedt Word een eenvoudige oplossing, die echter strikt moet worden toegepast: stijlen. De tekstonderdelen worden van elkaar onderscheiden door een andere markering (stijl):

titelniveau (Heading 1, Heading 2 enz.),>
normale tekst, uitgevuld, vrije regelval enz. (Normal enz.),
referenties, gekaderde tekst, voetnoten enz.

Aan elk element moet een unieke stijl worden toegekend, bij voorkeur volgens een logisch schema opgebouwd.

Niet handmatig bijvoorbeeld titels van verschillend niveau verschillend opmaken (vet, cursief enz.)!

Er kan snel een probleem ontstaan, als iedere auteur in het gebruik van stijlen de vrije keus heeft: elke publicatie wordt apart bewerkt en een veelheid aan stijlen kan snel moeilijk beheersbaar worden. Daarom is standaardisatie van stijlen noodzakelijk.

Idealiter zijn stylesheets die voor verschillende opdrachten worden gebruikt, op eenzelfde standaardstylesheet gebaseerd. Daarnaast kunnen stylesheets vergezeld gaan van templates, waardoor het mogelijk is een stylesheet aan te passen aan de specifieke typografische vormgeving van een te produceren publicatie.

Het strikte gebruik van stijlen, met name om verschillende titelniveaus te onderscheiden, is een bijkomend voordeel van Word: op deze manier kan de auteur automatisch een inhoudsopgave genereren, wat bij handmatig onderscheiden titels niet mogelijk is.

Coderingsmodel

Een andere belangrijke techniek om onderscheid tussen verschillende tekstonderdelen te maken is de toepassing van een coderingsmodel, dat wil zeggen het aangeven van de logische waarde van alle tekstonderdelen (bijvoorbeeld titel van een hoofdstuk, van een deel; normale tekst, inspringende tekst; referenties). In een coderingsmodel moeten de verschillende onderdelen van de tekst, de codes en de gewenste typografische vormgeving worden beschreven.

De codes zien er veelal als volgt uit: <CODE>, bijvoorbeeld <REF> voor een referentie. Ze zijn gebaseerd op de opmaaktaal SGML (standard generalised markup language). Sedert de invoering van SGML zijn er talrijke ontwikkelingen geweest, waarbij op dit moment XML domineert.

Het voordeel van deze wijze van coderen is dat de omslachtige voorbereiding van het document voor het drukken overbodig wordt gemaakt en dat de codes rechtstreeks door de programma’s voor desktoppublishing en de meer geavanceerde tekstverwerkingsprogramma’s kunnen worden geïnterpreteerd. Over de toepassing van een coderingsmodel moet in een vroeg stadium overeenstemming worden bereikt, bij voorkeur al bij het plannen van de publicatie.

Wanneer het om meertalige uitgaven gaat, moet de Vertaaldienst bij dit proces worden betrokken. De Vertaaldienst, die de teksten vermenigvuldigt door er de gewenste taalversies aan toe te voegen, hoeft bij een tekst met codering geen tijd met de vormgeving te verliezen, maar kan zich uitsluitend op de inhoud toeleggen. Bovendien is een tekst met een minimum aan opmaakcodes voor de geavanceerde technisch-linguïstische programma’s gemakkelijker hanteerbaar.

Laatste bijwerking: 31.3.2012
Bovenkant pagina
Vorige paginaVolgende pagina