31.3.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 113/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/403 VAN DE COMMISSIE
van 18 maart 2021
tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan, en officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Besluit 2010/470/EU
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 146, lid 2, artikel 156, lid 2, eerste alinea, punt a), artikel 162, lid 5, artikel 238, lid 3, en artikel 239, lid 3,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (2), en met name artikel 90, eerste alinea, punten a) en c), en artikel 126, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2016/429 zijn regels vastgesteld betreffende dierziekten die op dieren of mensen kunnen worden overgedragen, met inbegrip van voorschriften voor officiële diergezondheidscertificering voor diverse verplaatsingen van landdieren en producten daarvan. De Commissie heeft krachtens diezelfde verordening eveneens de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen met regels betreffende modelformulieren voor diergezondheidscertificaten en verklaringen alsook regels betreffende de informatie die moet worden opgenomen in bepaalde voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren en levende producten vereiste documenten en verklaringen. Daarnaast heeft de Commissie krachtens die verordening de bevoegdheid om bijzondere voorschriften met betrekking tot modelformulieren voor de diergezondheidscertificaten, verklaringen en andere documenten voor bepaalde categorieën dieren en levende producten vast te stellen. In Verordening (EU) 2016/429 is ook bepaald dat diergezondheidscertificaten andere gegevens die uit hoofde van andere Uniewetgeving zijn vereist, kunnen bevatten. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 146, lid 2, artikel 156, lid 2, eerste alinea, punt a), en artikel 162, lid 5, van Verordening (EU) 2016/429, is de Commissie krachtens die verordening bovendien bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen met regels voor modelformulieren van diergezondheidscertificaten voor verplaatsingen naar andere lidstaten van bepaalde landdieren en levende producten van die landdieren. |
(3) |
Omwille van de uniforme toepassing van de in Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde regels moeten in deze verordening derhalve modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten worden vastgesteld die de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen tussen lidstaten en voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde landdieren en levende producten van die landdieren bevatten. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie (3) bevat aanvullende regels wat betreft geregistreerde en erkende inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde landdieren. Bijlage IV bij die verordening bevat aanvullende regels betreffende de gegevens die moeten worden opgenomen in het diergezondheidscertificaat voor levende producten van runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen en andere daarin vermelde dieren die tussen lidstaten worden verplaatst. Overeenkomstig die verordening moeten die diergezondheidscertificaten onder andere relevante informatie over de diergezondheidssituatie bevatten. Derhalve moet in deze verordening en de daarin vastgestelde modelcertificaten rekening worden gehouden met de aanvullende regels en voorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686. |
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie (4) bevat aanvullende regels voor de preventie en bestrijding van de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde dierziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen, wat verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren betreft. Die verordening bevat specifieke voorschriften voor die verplaatsingen en aanvullende regels voor diergezondheidscertificering, met name regels betreffende de gegevens die moeten worden opgenomen in de diergezondheidscertificaten voor bepaalde landdieren en broedeieren die naar een andere lidstaat worden verplaatst. Derhalve moet in deze verordening en de daarin vastgestelde modelcertificaten rekening worden gehouden met de aanvullende regels van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688. |
(6) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (5) zijn aanvullende diergezondheidsvoorschriften vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van onder andere bepaalde landdieren en levende producten van de daarin vermelde soorten en categorieën gehouden landdieren. Met name moeten die zendingen overeenkomstig die verordening vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat en, indien die verordening dat vereist, van verklaringen of andere documenten. Derhalve moet in de in deze verordening vastgestelde modelcertificaten rekening worden gehouden met de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 vastgestelde relevante garanties. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 bevat daarnaast ook specifieke definities voor onder andere bepaalde levende producten en inrichtingen voor levende producten. Voor de toepassing van die gedelegeerde verordening bevat Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 daarnaast ook specifieke definities voor onder andere bepaalde landdieren alsook definities voor “eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen” en “uniek erkenningsnummer”. Derhalve moet in deze verordening ook rekening worden gehouden met bepaalde definities die zijn vastgesteld in de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2020/686 en (EU) 2020/692. |
(8) |
De om redenen van diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid vereiste modelcertificaten zijn momenteel in verschillende rechtshandelingen vastgesteld. Omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid en om de toegang voor de bevoegde autoriteiten, de betrokken exploitanten en het publiek te vergemakkelijken, moeten de modelcertificaten voor verplaatsingen tussen lidstaten en voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan in één enkele rechtshandeling worden geconsolideerd. |
(9) |
In Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (6) zijn de modellen voor diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen binnen de Unie of tussen lidstaten van zendingen dieren en producten vastgesteld en wordt voorzien in de compatibiliteit van dergelijke certificaten met het Trade Control and Expert System (Traces) en een vereenvoudiging van het certificeringssysteem in de Unie. Derhalve moeten de in deze verordening vastgestelde modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan worden opgesteld op basis van het in bijlage I, hoofdstuk 1, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 vastgestelde model voor diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen tussen lidstaten. |
(10) |
Verder moeten, om de consistentie te bewaren en de doeltreffendheid van de certificering te vergroten, de bij deze verordening vastgestelde modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan worden gebaseerd op het in bijlage I, hoofdstuk 3, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 vastgestelde model voor diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie. |
(11) |
In artikel 237, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2016/429 is bepaald dat de lidstaten toestemming verlenen voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong wanneer deze vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat, tenzij artikel 237, lid 4, punt a), van die verordening in een afwijking voorziet. Artikel 126, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2017/625 bevat het voorschrift dat zendingen van bepaalde dieren en goederen die de Unie binnenkomen, vergezeld moeten gaan van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit blijkt dat de zendingen voldoen aan de desbetreffende voorschriften die voortvloeien uit de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels. Om inconsistenties te voorkomen en de officiële controles bij de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan te vergemakkelijken, moeten in deze verordening derhalve modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten worden vastgesteld voor dergelijke zendingen die de Unie binnenkomen. |
(12) |
Bij Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd om de naleving te garanderen van de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels, waaronder regels betreffende de voedselveiligheid in alle stadia van de productie, verwerking en distributie en betreffende diergezondheid en dierenwelzijn. Die verordening voorziet in bepaalde regels voor de officiële certificering wanneer de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels voorschrijven dat officiële certificaten moeten worden afgegeven. Die verordening verleent de Commissie met name de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen met regels betreffende modellen van officiële certificaten en betreffende de afgifte en vervanging van dergelijke certificaten. Bij gebrek aan meer specifieke regels in Verordening (EU) 2016/429 zijn de relevante regels voor officiële certificering van toepassing op de in deze verordening vastgestelde diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten. |
(13) |
De in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels omvatten diergezondheidsvoorschriften, maar onder meer ook regels op het gebied van voedselveiligheid en dierenwelzijn. Omwille van de juridische duidelijkheid en om de administratieve lasten rondom de afgifte van certificaten tot een minimum te beperken, moeten in deze verordening diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten, te ondertekenen door de officiële dierenarts, worden opgenomen. Om de uitvoering van officiële controles bij de binnenkomst in de Unie, en binnen de Unie, van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan te vergemakkelijken en de administratieve lasten te verminderen, moeten de in deze verordening vastgestelde modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voldoen aan de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625. |
(14) |
Om de officiële controles aan de grenscontroleposten van binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, moeten de voorschriften voor certificaten voor de binnenkomst in de Unie taaleisen omvatten. |
(15) |
Met Verordening (EU) 2016/429 wordt er onder meer naar gestreefd de administratieve lasten in verband met certificering en kennisgeving te beperken door informatietechnologie zo veel mogelijk voor verschillende doeleinden te gebruiken. Daarnaast zijn in die verordening bepaalde regels vastgesteld met betrekking tot de mogelijkheid bepaalde zendingen van elektronische in plaats van op papier afgegeven diergezondheidscertificaten te doen vergezellen. Bij Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) ervoor moet zorgen dat de opstelling, verwerking en doorgifte, ook in elektronische vorm, van officiële certificaten mogelijk is. Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie (7) is Traces het Imsoc-onderdeel waarmee certificaten elektronisch kunnen worden aangemaakt, waardoor mogelijke frauduleuze of bedrieglijke praktijken met betrekking tot diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten worden voorkomen. Om een passend veiligheidsniveau van elektronische middelen voor certificering te waarborgen en rekening houdend met de doelstelling om het certificeringsproces te harmoniseren, moeten de modelcertificaten in deze verordening derhalve compatibel zijn met Traces. |
(16) |
De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen met regels voor de te volgen procedures om vervangende certificaten af te geven. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften voor de vervanging van certificaten worden vastgesteld, die van toepassing moeten zijn op diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten, te onderteken door de officiële dierenarts, en die gemeenschappelijke voorschriften moeten in deze verordening worden opgenomen. |
(17) |
Om verkeerd gebruik en misbruik te voorkomen, is het belangrijk om te specificeren in welke gevallen een vervangend certificaat mag worden afgegeven en aan welke voorschriften zulke certificaten moeten voldoen. De gevallen moeten worden beperkt tot administratieve fouten en gevallen waarin het oorspronkelijke certificaat is beschadigd of verloren is gegaan. |
(18) |
Modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan moeten door de officiële dierenarts gecertificeerde gegevens betreffende de zending en specifieke diergezondheids- en volksgezondheidsinformatie alsook, in voorkomend geval, informatie over het dierenwelzijn bevatten. In het geval van verplaatsingen tussen lidstaten moeten zowel modellen van diergezondheidscertificaten als modellen van diergezondheids-/officiële certificaten een deel bevatten dat is bestemd voor de registratie van de officiële controles die tijdens dergelijke verplaatsingen en op de plaats van bestemming worden uitgevoerd, alsook van de resultaten van die officiële controles. |
(19) |
Bij Besluit 2010/470/EU van de Commissie (8) zijn modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo’s van varkens vastgesteld met betrekking tot Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (9). Verordening (EU) 2016/429 strekt echter tot intrekking en vervanging van Richtlijn 92/65/EEG met ingang van 21 april 2021. Bovendien worden bepaalde andere handelingen die in de in dat besluit vastgestelde modelcertificaten worden vermeld, ingetrokken bij Verordening (EU) 2016/429 en andere wetgeving van de Unie. Daarom moeten omwille van de harmonisering en de duidelijkheid, en om overlapping in de regels te voorkomen, de in Besluit 2010/470/EU vastgestelde modelgezondheidscertificaten door de in deze verordening vastgestelde modelcertificaten worden vervangen en moet Besluit 2010/470/EU worden ingetrokken. |
(20) |
Er moet een overgangsperiode worden ingevoerd om rekening te houden met de specifieke situatie van bevoegde autoriteiten in derde landen die de nodige regelingen moeten treffen om de naleving van deze verordening te garanderen en met de specifieke situatie van zendingen landdieren en levende producten daarvan die vergezeld gaan van certificaten die voor de datum van toepassing van deze verordening zijn afgegeven overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 798/2008 (10) en (EU) nr. 206/2010 (11) van de Commissie, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 139/2013 (12) en (EU) 2018/659 (13) van de Commissie, Beschikking 2006/168/EG (14) van de Commissie en de Besluiten 2010/470/EU en 2010/472/EU (15) van de Commissie alsook overeenkomstig de Uitvoeringsbesluiten 2011/630/EU (16), 2012/137/EU (17) en (EU) 2019/294 (18) van de Commissie. |
(21) |
Aangezien Verordening (EU) 2016/429 met ingang van 21 april 2021 van toepassing is, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn. |
(22) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Bij deze verordening worden regels vastgesteld met betrekking tot de diergezondheidscertificaten zoals bedoeld in Verordening (EU) 2016/429 en de diergezondheids-/officiële certificaten op basis van Verordening (EU) 2016/429 en Verordening (EU) 2017/625 die vereist zijn voor de binnenkomst in de Unie (19) en voor verplaatsingen binnen de Unie en tussen lidstaten van bepaalde zendingen landdieren en levende producten daarvan (hierna samen “de certificaten” genoemd) en met betrekking tot de afgifte en vervanging van die certificaten.
2. Bij deze verordening worden modelcertificaten, in de vorm van diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten, vastgesteld:
a) |
voor verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan (bijlage I), en |
b) |
voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan (bijlage II). |
3. Bij deze verordening worden modelverklaringen vastgesteld die diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen binnen de Unie en voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën landdieren vergezellen (bijlage III).
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
“geregistreerde inrichting voor levende producten”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
2. |
“erkende inrichting voor levende producten”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
3. |
“sperma”: sperma zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 14, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
4. |
“oöcyten”: oöcyten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 15, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
5. |
“embryo”: een embryo zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 16, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
6. |
“spermawinningscentrum”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
7. |
“embryowinningsteam”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 12, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
8. |
“embryoproductieteam”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
9. |
“verwerkingsinrichting voor levende producten”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
10. |
“opslagcentrum voor levende producten”: een inrichting voor levende producten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 19, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
11. |
“rund”: een rund zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
12. |
“schaap”: een schaap zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
13. |
“geit”: een geit zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
14. |
“paardachtige”: een paardachtige zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
15. |
“kameelachtige”: een kameelachtige zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
16. |
“hertachtige”: een hertachtige zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
17. |
“geregistreerde paardachtige”: een geregistreerde paardachtige zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 12, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
18. |
“eendagskuikens”: eendagskuikens zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 19, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
19. |
“eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen”: broedeieren zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 26, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
20. |
“honingbij”: een dier zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
21. |
“hommel”: een dier zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 21, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692; |
22. |
“uniek erkenningsnummer”: een nummer zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 25, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692. |
Artikel 3
Het invullen van diergezondheidscertificaten en van diergezondheids-/officiële certificaten voor zendingen landdieren en levende producten daarvan
1. De in bijlage I bij deze verordening vastgestelde certificaten voor verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen landdieren en levende producten daarvan worden naar behoren ingevuld en ondertekend door een officiële dierenarts overeenkomstig de richtsnoeren van bijlage I, hoofdstuk 2, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.
2. De in bijlage II bij deze verordening vastgestelde certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen landdieren en levende producten daarvan worden naar behoren ingevuld en ondertekend door een officiële dierenarts overeenkomstig de richtsnoeren van bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.
3. De voor de in de leden 1 en 2 bedoelde zendingen verantwoordelijke exploitanten verstrekken de bevoegde autoriteit de gegevens over de beschrijving van dergelijke zendingen zoals beschreven in deel I van de modelcertificaten in bijlage I respectievelijk II.
Artikel 4
Voorschriften voor certificaten voor landdieren en levende producten
1. De officiële dierenarts vult certificaten voor zendingen landdieren en levende producten in overeenkomstig de volgende voorschriften:
a) |
het certificaat draagt de handtekening van de officiële dierenarts en het officiële stempel; de kleur van de handtekening en de kleur van het stempel, behalve in het geval van een reliëfstempel of een watermerk, verschilt van die van de gedrukte tekst; |
b) |
indien het certificaat meerdere of andere vermeldingen bevat, worden de niet-relevante vermeldingen door de officiële dierenarts doorgehaald, geparafeerd en van een stempel voorzien dan wel volledig uit het certificaat verwijderd; |
c) |
het certificaat heeft een van de volgende vormen:
|
d) |
indien het certificaat uit een reeks bladzijden bestaat, zoals bedoeld in punt c), iii), draagt elke bladzijde de in artikel 89, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code, de handtekening van de officiële dierenarts en het officiële stempel; |
e) |
in het geval van certificaten voor verplaatsingen van zendingen tussen lidstaten vergezelt het certificaat de zending tot op de plaats van bestemming in de Unie; |
f) |
in het geval van certificaten voor de binnenkomst van zendingen in de Unie wordt het certificaat voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie waar de zending aan officiële controles wordt onderworpen; |
g) |
het certificaat wordt afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft, de controle van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, verlaat; |
h) |
in het geval van certificaten voor de binnenkomst in de Unie moet het certificaat worden opgesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie. |
2. In afwijking van lid 1, punt h), kan een lidstaat ermee instemmen dat certificaten in een andere officiële taal van de Unie worden opgesteld en zo nodig vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling.
3. De punten a) tot en met e) van lid 1 zijn niet van toepassing op elektronische certificaten die zijn afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van artikel 39, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715.
4. De punten b), c) en d) van lid 1 zijn niet van toepassing op op papier afgegeven certificaten die zijn ingevuld in en afgedrukt uit Traces.
Artikel 5
Vervanging van certificaten voor landdieren en levende producten
1. Bevoegde autoriteiten geven alleen vervangende certificaten voor zendingen landdieren en levende producten af als het oorspronkelijke certificaat administratieve fouten bevat of is beschadigd of verloren is gegaan.
2. De bevoegde autoriteit neemt de in het oorspronkelijke certificaat vermelde informatie over de identificatie en de traceerbaarheid van de zending en de door het oorspronkelijke certificaat voor de zending geboden garanties ongewijzigd over in het vervangende certificaat.
3. In het vervangende certificaat moet de bevoegde autoriteit:
a) |
duidelijk verwijzen naar de in artikel 89, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code en de datum van afgifte van het oorspronkelijke certificaat, en duidelijk vermelden dat het het oorspronkelijke certificaat vervangt; |
b) |
een nieuw certificaatnummer vermelden dat verschilt van het nummer van het oorspronkelijke certificaat; |
c) |
de datum vermelden waarop het is afgegeven, en niet de datum waarop het oorspronkelijke certificaat is afgegeven; |
d) |
een origineel document overleggen dat op papier wordt afgegeven, behalve in het geval van elektronische vervangende certificaten die via Traces worden ingediend. |
4. In het geval van binnenkomst in de Unie van zendingen kan de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie ervoor kiezen geen vervangend certificaat te verlangen van de voor de zending verantwoordelijke exploitant wanneer informatie over de ontvanger, de importeur, de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of de vervoermiddelen verandert nadat het certificaat is afgegeven en deze nieuwe informatie door de voor de zending verantwoordelijke exploitant wordt verstrekt.
Artikel 6
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën hoefdieren
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën hoefdieren, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten:
a) |
BOV-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 1, voor niet voor de slacht bestemde runderen; |
b) |
BOV-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 2, voor voor de slacht bestemde runderen; |
c) |
POR-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 3, voor niet voor de slacht bestemde varkens; |
d) |
POR-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 4, voor voor de slacht bestemde varkens; |
e) |
OV/CAP-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 5, voor niet voor de slacht bestemde schapen en geiten; |
f) |
OV/CAP-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 6, voor voor de slacht bestemde schapen en geiten; |
g) |
EQUI-INTRA-IND, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 7, voor een niet voor de slacht bestemde individuele paardachtige; |
h) |
EQUI-INTRA-CON, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 8, voor een zending paardachtigen; |
i) |
CAM-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 9, voor niet voor de slacht bestemde kameelachtigen; |
j) |
CAM-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 10, voor voor de slacht bestemde kameelachtigen; |
k) |
CER-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 11, voor niet voor de slacht bestemde hertachtigen; |
l) |
CER-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 12, voor voor de slacht bestemde hertachtigen; |
m) |
OTHER-UNGULATES-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 13, voor andere niet voor de slacht bestemde gehouden hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen, kameelachtigen en hertachtigen; |
n) |
OTHER-UNGULATES-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 14, voor andere voor de slacht bestemde gehouden hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen, kameelachtigen en hertachtigen. |
Artikel 7
Modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën vogels en levende producten daarvan
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën vogels en levende producten daarvan, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken categorieën vogels en producten:
a) |
POU-INTRA-HEP, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 15, voor broedeieren van pluimvee; |
b) |
POU-INTRA-DOC, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 16, voor eendagskuikens; |
c) |
POU-INTRA-X, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 17, voor fokpluimvee of gebruikspluimvee; |
d) |
POU-INTRA-LT20, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 18, voor minder dan 20 stuks ander pluimvee dan loopvogels of minder dan 20 broedeieren van ander pluimvee dan loopvogels; |
e) |
POU-INTRA-Y, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 19, voor voor de slacht bestemd pluimvee; |
f) |
POU-INTRA-SPF, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 20, voor eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen; |
g) |
CAPTIVE-BIRDS-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 21, voor in gevangenschap levende vogels; |
h) |
HE-CAPTIVE-BIRDS-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 22, voor broedeieren van in gevangenschap levende vogels. |
Artikel 8
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van runderen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van runderen, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
BOV-SEM-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 23, voor zendingen sperma van runderen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
BOV-SEM-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 24, voor zendingen van voorraden sperma van runderen dat na 31 december 2004 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad (20), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG van de Raad (21), die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
BOV-SEM-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 25, voor zendingen van voorraden sperma van runderen dat voor 1 januari 2005 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/60/EEG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
d) |
BOV-OOCYTES-EMB-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 26, voor zendingen oöcyten en embryo’s van runderen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
e) |
BOV-EMB-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 27, voor zendingen van voorraden embryo’s van runderen die voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 89/556/EEG van de Raad (22), die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
f) |
BOV-GP-PROCESSING-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 28, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
g) |
BOV-GP-STORAGE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 29, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 9
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van schapen en geiten
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van schapen en geiten, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
OV/CAP-SEM-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 30, voor zendingen sperma van schapen en geiten dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
OV/CAP-SEM-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 31, voor zendingen van voorraden sperma van schapen en geiten dat na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
OV/CAP-SEM-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 32, voor zendingen van voorraden sperma van schapen en geiten dat voor 1 september 2010 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
d) |
OV/CAP-OOCYTES-EMB-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 33, voor zendingen oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
e) |
OV/CAP-OOCYTES-EMB-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 34, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
f) |
OV/CAP-OOCYTES-EMB-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 35, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
g) |
OV/CAP-GP-PROCESSING-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 36, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
h) |
OV/CAP-GP-STORAGE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 37, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 10
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van varkens
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van varkens, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
POR-SEM-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 38, voor zendingen sperma van varkens dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
POR-SEM-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 39, voor zendingen van voorraden sperma van varkens dat voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 90/429/EEG (23), die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
POR-OOCYTES-EMB-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 40, voor zendingen oöcyten en embryo’s van varkens die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
d) |
POR-OOCYTES-EMB-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 41, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van varkens die na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
e) |
POR-OOCYTES-EMB-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 42, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van varkens die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
f) |
POR-GP-PROCESSING-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 43, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
g) |
POR-GP-STORAGE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 44, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 11
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van paardachtigen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde typen levende producten van paardachtigen, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
EQUI-SEM-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 45, voor zendingen sperma van paardachtigen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
EQUI-SEM-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 46, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
EQUI-SEM-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 47, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
d) |
EQUI-SEM-D-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 48, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat voor 1 september 2010 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
e) |
EQUI-OOCYTES-EMB-A-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 49, voor zendingen oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
f) |
EQUI-OOCYTES-EMB-B-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 50, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
g) |
EQUI-OOCYTES-EMB-C-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 51, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
h) |
EQUI-OOCYTES-EMB-D-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 52, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
i) |
EQUI-GP-PROCESSING-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 53, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
j) |
EQUI-GP-STORAGE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 54, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
Artikel 12
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën bijen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën bijen, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten:
a) |
HBEE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 55, voor honingbijen; |
b) |
QUE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 56, voor bijenkoninginnen waarvoor een afwijking geldt; |
c) |
BBEE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 57, voor hommels. |
Artikel 13
Modellen van diergezondheidscertificaten en modelverklaringen voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën landdieren en bepaalde levende producten
Voor de in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde diergezondheidscertificaten en de in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaringen die moeten worden gebruikt voor de verplaatsing tussen lidstaten van bepaalde categorieën landdieren en bepaalde levende producten daarvan, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten en categorieën producten:
a) |
CONFINED-LIVE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 58, voor landdieren die tussen geconsigneerde inrichtingen worden verplaatst; |
b) |
CONFINED-PRIMATE-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 59, voor primaten die naar een geconsigneerde inrichting worden verplaatst; |
c) |
GP-CONFINED-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 60, voor zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van in een geconsigneerde inrichting gehouden landdieren dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
d) |
CANIS-FELIS-FERRETS-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 61, voor honden, katten en fretten; |
e) |
GP-CANIS-FELIS-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 62, voor zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van honden (Canis lupus familiaris) en katten (Felis silvestris catus) dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
f) |
OTHCARN-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 63, voor andere carnivoren; |
g) |
WILD-ANIMALS-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 64, voor wilde landdieren; |
h) |
GP-CAM-CER-INTRA, opgesteld volgens het model in bijlage I, hoofdstuk 65, voor zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van dieren van de families Camelidae en Cervidae dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686. |
Artikel 14
Modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën hoefdieren
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën hoefdieren, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten:
a) |
BOV-X, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 1, voor runderen; |
b) |
BOV-Y, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 2, voor voor de slacht bestemde runderen; |
c) |
BOV-X-TRANSIT-RU, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 3, voor runderen die bestemd zijn voor doorvoer vanuit de regio Kaliningrad naar andere regio’s van Rusland via het grondgebied van Litouwen; |
d) |
OV/CAP-X, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 4, voor schapen en geiten; |
e) |
OV/CAP-Y, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 5, voor voor de slacht bestemde schapen en geiten; |
f) |
SUI-X, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 6, voor varkens en dieren van de familie Tayassuidae; |
g) |
SUI-Y, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 7, voor voor de slacht bestemde varkens; |
h) |
RUM, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 8, voor dieren van de families Antilocapridae, Bovidae (met uitzondering van runderen, schapen en geiten), Giraffidae, Moschidae en Tragulidae; |
i) |
RHINO, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 9, voor varkens en dieren van de families Tapiridae, Rhinocerotidae en Elephantidae; |
j) |
HIPPO, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 10, voor dieren van de familie Hippopotamidae; |
k) |
CAM-CER, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 11, voor kameelachtigen en hertachtigen. |
Artikel 15
Modellen van diergezondheidscertificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en verklaringen voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën paardachtigen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten en de in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaringen die diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten vergezellen, die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie of de doorvoer door de Unie van bepaalde categorieën paardachtigen, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken verplaatsingen:
a) |
EQUI-X, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 12, voor de binnenkomst in de Unie van niet voor de slacht bestemde paardachtigen; |
b) |
EQUI-Y, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 13, voor de binnenkomst in de Unie van voor de slacht bestemde paardachtigen; |
c) |
EQUI-TRANSIT-X, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 14, voor de doorvoer door de Unie van niet voor de slacht bestemde paardachtigen; |
d) |
EQUI-TRANSIT-Y, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 15, voor de doorvoer door de Unie van voor de slacht bestemde paardachtigen; |
e) |
EQUI-RE-ENTRY-30, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 16, voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties na tijdelijke uitvoer gedurende een periode van niet meer dan 30 dagen; |
f) |
EQUI-RE-ENTRY-90-COMP, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 17, voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor wedstrijden na tijdelijke uitvoer gedurende een periode van niet meer dan 90 dagen voor deelname aan paardensportevenementen die worden georganiseerd onder toezicht van de Internationale Ruitersportfederatie (FEI); |
g) |
EQUI-RE-ENTRY-90-RACE, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 18, voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor wedrennen na tijdelijke uitvoer gedurende een periode van niet meer dan 90 dagen voor deelname aan specifieke wedrennen in Australië, Canada, de Verenigde Staten van Amerika, Hongkong, Japan, Singapore, de Verenigde Arabische Emiraten of Qatar. |
Artikel 16
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor een geconsigneerde inrichting bestemde hoefdieren
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor een geconsigneerde inrichting bestemde hoefdieren, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten:
a) |
CONFINED-RUM, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 19, afdeling 2, voor in de lijst in afdeling 1 van dat hoofdstuk opgenomen dieren die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting; |
b) |
CONFINED-SUI, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 20, afdeling 2, voor in de lijst in afdeling 1 van dat hoofdstuk opgenomen dieren die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting; |
c) |
CONFINED-TRE, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 21, afdeling 2, voor in de lijst in afdeling 1 van dat hoofdstuk opgenomen dieren die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting; |
d) |
CONFINED-HIPPO, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 22, voor dieren van de familie Hippopotamidae die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting. |
Artikel 17
Modellen van diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën vogels en levende producten daarvan
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën vogels en levende producten daarvan, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken categorieën vogels en levende producten daarvan:
a) |
BPP, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 23, voor ander fokpluimvee dan loopvogels en ander gebruikspluimvee dan loopvogels; |
b) |
BPR, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 24, voor fokloopvogels of gebruiksloopvogels; |
c) |
DOC, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 25, voor andere eendagskuikens dan loopvogels; |
d) |
DOR, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 26, voor eendagskuikens van loopvogels; |
e) |
HEP, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 27, voor broedeieren van ander pluimvee dan loopvogels; |
f) |
HER, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 28, voor broedeieren van loopvogels; |
g) |
SPF, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 29, voor eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen; |
h) |
SP, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 30, voor ander voor de slacht bestemd pluimvee dan loopvogels; |
i) |
SR, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 31, voor voor de slacht bestemde loopvogels; |
j) |
POU-LT20, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 32, voor minder dan 20 stuks ander pluimvee dan loopvogels; |
k) |
HE-LT20, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 33, voor minder dan 20 broedeieren van ander pluimvee dan loopvogels; |
l) |
CAPTIVE-BIRDS, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 34, voor in gevangenschap levende vogels; |
m) |
HE-CAPTIVE-BIRDS, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 35, voor broedeieren van in gevangenschap levende vogels. |
Artikel 18
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën bijen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën bijen, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naargelang de betrokken soorten:
a) |
QUE, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 36, voor bijenkoninginnen; |
b) |
BBEE, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 37, voor hommels. |
Artikel 19
Model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van honden, katten en fretten
Voor het in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van honden, katten en fretten, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage II, hoofdstuk 38, vastgestelde model CANIS-FELIS-FERRETS.
Artikel 20
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van runderen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van runderen, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
BOV-SEM-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 39, voor zendingen sperma van runderen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
BOV-SEM-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 40, voor zendingen van voorraden sperma van runderen dat na 31 december 2004 en voor 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
BOV-SEM-C-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 41, voor zendingen van voorraden sperma van runderen dat voor 1 januari 2005 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/60/EEG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
d) |
BOV-OOCYTES-EMB-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 42, voor zendingen oöcyten en embryo’s van runderen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
e) |
BOV-in vivo-EMB-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 43, voor zendingen van voorraden in vivo verkregen embryo’s van runderen die voor 21 april 2021 zijn gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 89/556/EEG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam dat de embryo’s heeft gewonnen; |
f) |
BOV-in vitro-EMB-C-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 44, voor zendingen van voorraden in vitro geproduceerde embryo’s van runderen die voor 21 april 2021 zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 89/556/EEG van de Raad en die zijn bevrucht met sperma dat aan de voorschriften van Richtlijn 88/407/EEG van de Raad voldeed, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryoproductieteam dat de embryo’s heeft geproduceerd; |
g) |
BOV-in vitro-EMB-D-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 45, voor zendingen van voorraden in vitro geproduceerde embryo’s van runderen die voor 21 april 2021 zijn geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 89/556/EEG van de Raad en die zijn bevrucht met sperma dat afkomstig was uit spermawinningscentra of spermaopslagcentra die door de bevoegde autoriteit van het land van uitvoer zijn erkend, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryoproductieteam dat de embryo’s heeft geproduceerd; |
h) |
BOV-GP-PROCESSING-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 46, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
i) |
BOV-GP-STORAGE-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 47, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 21
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van schapen en geiten
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van schapen en geiten, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
OV/CAP-SEM-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 48, voor zendingen sperma van schapen en geiten dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
OV/CAP-SEM-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 49, voor zendingen van voorraden sperma van schapen en geiten dat voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
OV/CAP-OOCYTES-EMB-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 50, voor zendingen oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
d) |
OV/CAP-OOCYTES-EMB-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 51, voor zendingen oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
e) |
OV/CAP-GP-PROCESSING-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 52, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
f) |
OV/CAP-GP-STORAGE-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 53, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 22
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van varkens
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van varkens, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
POR-SEM-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 54, voor zendingen sperma van varkens dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
POR-SEM-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 55, voor zendingen van voorraden sperma van varkens dat voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 90/429/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
POR-OOCYTES-EMB-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 56, voor zendingen oöcyten en embryo’s van varkens die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
d) |
POR-GP-PROCESSING-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 57, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
e) |
POR-GP-STORAGE-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 58, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 23
Modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van paardachtigen
Voor de in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde typen levende producten van paardachtigen, wordt gebruikgemaakt van één van de volgende modellen, al naargelang het betrokken type producten:
a) |
EQUI-SEM-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 59, voor zendingen sperma van paardachtigen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
b) |
EQUI-SEM-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 60, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
c) |
EQUI-SEM-C-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 61, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
d) |
EQUI-SEM-D-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 62, voor zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat voor 1 september 2010 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen; |
e) |
EQUI-OOCYTES-EMB-A-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 63, voor zendingen oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
f) |
EQUI-OOCYTES-EMB-B-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 64, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
g) |
EQUI-OOCYTES-EMB-C-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 65, voor zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd; |
h) |
EQUI-GP-PROCESSING-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 66, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
i) |
EQUI-GP-STORAGE-ENTRY, opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 67, voor zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
Artikel 24
Model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van levende producten van bepaalde categorieën landdieren
Voor het in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van in een geconsigneerde inrichting gehouden landdieren dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, wordt gebruikgemaakt van het model GP-CONFINED-ENTRY dat wordt opgesteld volgens het model in bijlage II, hoofdstuk 68.
Artikel 25
Modellen van officiële verklaringen voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde categorieën landdieren
1. De in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaring die moet worden gebruikt voor het vervoer van landdieren die de Unie over zee binnenkomen, is gebaseerd op het modeladdendum AT-TERRE-SEA dat wordt opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 1, en wordt ingevuld door de kapitein van het schip.
2. De in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaring die moet worden gebruikt voor het overladen van paardachtigen om aan de voorschriften van artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/659 te voldoen, is gebaseerd op het model EQUI-TRANS dat wordt opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 2.
3. De in de leden 1 en 2 bedoelde verklaringen worden aan de desbetreffende diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten gehecht.
Artikel 26
Intrekkingen
1. Besluit 2010/470/EU wordt ingetrokken met ingang van 21 april 2021.
2. Verwijzingen naar dat besluit gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.
Artikel 27
Overgangsbepalingen
Zendingen landdieren en levende producten daarvan die vergezeld gaan van het gepaste certificaat dat voor de datum van toepassing van deze verordening is afgegeven overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 798/2008 en (EU) nr. 206/2010 van de Commissie, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 139/2013 en (EU) 2018/659 van de Commissie, Beschikking 2006/168/EG van de Commissie en Besluit 2010/472/EU van de Commissie alsook overeenkomstig de Uitvoeringsbesluiten 2011/630/EU, 2012/137/EU en (EU) 2019/294 van de Commissie, worden tot en met 20 oktober 2021 voor binnenkomst in de Unie aanvaard op voorwaarde dat het certificaat voor 21 augustus 2021 is ondertekend door de persoon die overeenkomstig die verordeningen, beschikking en besluiten gemachtigd is om het certificaat te ondertekenen.
Artikel 28
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 maart 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 140).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (“de Imsoc-verordening”) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).
(8) Besluit 2010/470/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot vaststelling van modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo’s van varkens (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 15).
(9) Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).
(10) Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
(11) Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).
(12) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie van 7 januari 2013 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Unie en de desbetreffende quarantainevoorschriften (PB L 47 van 20.2.2013, blz. 1).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/659 van de Commissie van 12 april 2018 betreffende de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen (PB L 110 van 30.4.2018, blz. 1).
(14) Beschikking 2006/168/EG van de Commissie van 4 januari 2006 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderembryo’s in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2005/217/EG (PB L 57 van 28.2.2006, blz. 19).
(15) Besluit 2010/472/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo’s van schapen en geiten in de Unie (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 74).
(16) Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU van de Commissie van 20 september 2011 betreffende de invoer van rundersperma in de Unie (PB L 247 van 24.9.2011, blz. 32).
(17) Uitvoeringsbesluit 2012/137/EU van de Commissie van 1 maart 2012 betreffende de invoer van sperma van varkens in de Unie (PB L 64 van 3.3.2012, blz. 29).
(18) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/294 van de Commissie van 18 februari 2019 tot vaststelling van de lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten en fretten in de Unie mogen worden ingevoerd, en van het modeldiergezondheidscertificaat voor die invoer (PB L 48 van 20.2.2019, blz. 41).
(19) In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, geldt voor de toepassing van deze verordening dat verwijzingen naar de “Unie” moeten worden opgevat als zijnde eveneens van toepassing op het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.
(20) Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PB L 194 van 22.7.1988, blz. 10).
(21) Richtlijn 2003/43/EG van de Raad van 26 mei 2003 houdende wijziging van Richtlijn 88/407/EEG tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PB L 143 van 11.6.2003, blz. 23).
(22) Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo’s van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (PB L 302 van 19.10.1989, blz. 1).
(23) Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62).
BIJLAGE I
Bijlage I bevat de volgende modellen van diergezondheidscertificaten en van diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen tussen de lidstaten
Model |
|
||||||||||||||||
Hoefdieren |
|||||||||||||||||
BOV-INTRA-X |
Hoofdstuk 1: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van niet voor de slacht bestemde runderen |
||||||||||||||||
BOV-INTRA-Y |
Hoofdstuk 2: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemde runderen |
||||||||||||||||
POR-INTRA-X |
Hoofdstuk 3: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van niet voor de slacht bestemde varkens |
||||||||||||||||
POR-INTRA-Y |
Hoofdstuk 4: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemde varkens |
||||||||||||||||
OV/CAP-INTRA-X |
Hoofdstuk 5: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van niet voor de slacht bestemde schapen en geiten |
||||||||||||||||
OV/CAP-INTRA-Y |
Hoofdstuk 6: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemde schapen en geiten |
||||||||||||||||
EQUI-INTRA-IND |
Hoofdstuk 7: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van een niet voor de slacht bestemde individuele paardachtige |
||||||||||||||||
EQUI-INTRA-CON |
Hoofdstuk 8: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van een zending paardachtigen |
||||||||||||||||
CAM-INTRA-X |
Hoofdstuk 9: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van niet voor de slacht bestemde kameelachtigen |
||||||||||||||||
CAM-INTRA-Y |
Hoofdstuk 10: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemde kameelachtigen |
||||||||||||||||
CER-INTRA-X |
Hoofdstuk 11: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van niet voor de slacht bestemde hertachtigen |
||||||||||||||||
CER-INTRA-Y |
Hoofdstuk 12: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemde hertachtigen |
||||||||||||||||
OTHER-UNGULATES-INTRA-X |
Hoofdstuk 13: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van andere niet voor de slacht bestemde gehouden hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen, kameelachtigen en hertachtigen |
||||||||||||||||
OTHER-UNGULATES-INTRA-Y |
Hoofdstuk 14: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van andere voor de slacht bestemde gehouden hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen, kameelachtigen en hertachtigen |
||||||||||||||||
Vogels en levende producten daarvan |
|||||||||||||||||
POU-INTRA-HEP |
Hoofdstuk 15: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van broedeieren van pluimvee |
||||||||||||||||
POU-INTRA-DOC |
Hoofdstuk 16: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van eendagskuikens |
||||||||||||||||
POU-INTRA-X |
Hoofdstuk 17: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van fokpluimvee en gebruikspluimvee |
||||||||||||||||
POU-INTRA-LT20 |
Hoofdstuk 18: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van minder dan 20 stuks ander pluimvee dan loopvogels of van minder dan 20 broedeieren van ander pluimvee dan loopvogels |
||||||||||||||||
POU-INTRA-Y |
Hoofdstuk 19: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor de slacht bestemd pluimvee |
||||||||||||||||
POU-INTRA-SPF |
Hoofdstuk 20: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen |
||||||||||||||||
CAPTIVE-BIRDS-INTRA |
Hoofdstuk 21: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van in gevangenschap levende vogels |
||||||||||||||||
HE-CAPTIVE-BIRDS-INTRA |
Hoofdstuk 22: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van broedeieren van in gevangenschap levende vogels |
||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
Levende producten van runderen |
|||||||||||||||||
BOV-SEM-A-INTRA |
Hoofdstuk 23: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma van runderen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
BOV-SEM-B-INTRA |
Hoofdstuk 24: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van runderen dat na 31 december 2004 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
BOV-SEM-C-INTRA |
Hoofdstuk 25: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van runderen dat voor 1 januari 2005 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/60/EEG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
BOV-OOCYTES-EMB-A-INTRA |
Hoofdstuk 26: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen oöcyten en embryo’s van runderen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
BOV-EMB-B-INTRA |
Hoofdstuk 27: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden embryo’s van runderen die voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 89/556/EEG van de Raad, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
BOV-GP-PROCESSING-INTRA |
Hoofdstuk 28: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
||||||||||||||||
BOV-GP-STORAGE-INTRA |
Hoofdstuk 29: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
||||||||||||||||
Levende producten van schapen en geiten |
|||||||||||||||||
OV/CAP-SEM-A-INTRA |
Hoofdstuk 30: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma van schapen en geiten dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
OV/CAP-SEM-B-INTRA |
Hoofdstuk 31: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van schapen en geiten dat na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
OV/CAP-SEM-C-INTRA |
Hoofdstuk 32: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van schapen en geiten dat voor 1 september 2010 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
OV/CAP-OOCYTES-EMB-A-INTRA |
Hoofdstuk 33: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
OV/CAP-OOCYTES-EMB-B-INTRA |
Hoofdstuk 34: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
OV/CAP-OOCYTES-EMB-C-INTRA |
Hoofdstuk 35: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van schapen en geiten die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
OV/CAP-GP-PROCESSING-INTRA |
Hoofdstuk 36: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
||||||||||||||||
OV/CAP-GP-STORAGE-INTRA |
Hoofdstuk 37: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
||||||||||||||||
Levende producten van varkens |
|||||||||||||||||
POR-SEM-A-INTRA |
Hoofdstuk 38: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma van varkens dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
POR-SEM-B-INTRA |
Hoofdstuk 39: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van varkens dat voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 90/429/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
POR-OOCYTES-EMB-A-INTRA |
Hoofdstuk 40: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen oöcyten en embryo’s van varkens die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
POR-OOCYTES-EMB-B-INTRA |
Hoofdstuk 41: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van varkens die na 31 augustus 2010 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
POR-OOCYTES-EMB-C-INTRA |
Hoofdstuk 42: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van varkens die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
POR-GP-PROCESSING-INTRA |
Hoofdstuk 43: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
||||||||||||||||
POR-GP-STORAGE-INTRA |
Hoofdstuk 44: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
||||||||||||||||
Levende producten van paardachtigen |
|||||||||||||||||
EQUI-SEM-A-INTRA |
Hoofdstuk 45: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma van paardachtigen dat na 20 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
EQUI-SEM-B-INTRA |
Hoofdstuk 46: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
EQUI-SEM-C-INTRA |
Hoofdstuk 47: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
EQUI-SEM-D-INTRA |
Hoofdstuk 48: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat voor 1 september 2010 is gewonnen, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen |
||||||||||||||||
EQUI-OOCYTES-EMB-A-INTRA |
Hoofdstuk 49: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 20 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, die worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
EQUI-OOCYTES-EMB-B-INTRA |
Hoofdstuk 50: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 30 september 2014 en voor 21 april 2021 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
EQUI-OOCYTES-EMB-C-INTRA |
Hoofdstuk 51: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die na 31 augustus 2010 en voor 1 oktober 2014 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
EQUI-OOCYTES-EMB-D-INTRA |
Hoofdstuk 52: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van voorraden oöcyten en embryo’s van paardachtigen die voor 1 september 2010 zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, die na 20 april 2021 worden verzonden door het embryowinningsteam of embryoproductieteam dat de oöcyten of embryo’s heeft gewonnen of geproduceerd |
||||||||||||||||
EQUI-GP-PROCESSING-INTRA |
Hoofdstuk 53: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit de verwerkingsinrichting voor levende producten:
|
||||||||||||||||
EQUI-GP-STORAGE-INTRA |
Hoofdstuk 54: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van de volgende levende producten, die na 20 april 2021 worden verzonden vanuit het opslagcentrum voor levende producten:
|
||||||||||||||||
Bijen |
|||||||||||||||||
HBEE-INTRA |
Hoofdstuk 55: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van honingbijen |
||||||||||||||||
QUE-INTRA |
Hoofdstuk 56: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van bijenkoninginnen waarvoor een afwijking geldt |
||||||||||||||||
BBEE-INTRA |
Hoofdstuk 57: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van hommels |
||||||||||||||||
Bepaalde categorieën landdieren en bepaalde levende producten |
|||||||||||||||||
CONFINED-LIVE-INTRA |
Hoofdstuk 58: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van landdieren tussen geconsigneerde inrichtingen |
||||||||||||||||
CONFINED-PRIMATE-INTRA |
Hoofdstuk 59: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van primaten naar een geconsigneerde inrichting |
||||||||||||||||
GP-CONFINED-INTRA |
Hoofdstuk 60: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van in een geconsigneerde inrichting gehouden landdieren dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 |
||||||||||||||||
CANIS-FELIS-FERRETS-INTRA |
Hoofdstuk 61: Model van diergezondheidscertificaat en modelverklaring voor de verplaatsing tussen lidstaten van honden, katten en fretten |
||||||||||||||||
GP-CANIS-FELIS-INTRA |
Hoofdstuk 62: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van honden (Canis lupus familiaris) en katten (Felis silvestris catus) dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 |
||||||||||||||||
OTHCARN-INTRA |
Hoofdstuk 63: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van andere carnivoren |
||||||||||||||||
WILD-ANIMALS-INTRA |
Hoofdstuk 64: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van wilde landdieren |
||||||||||||||||
GP-CAM-CER-INTRA |
Hoofdstuk 65: Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van zendingen sperma, oöcyten en embryo’s van dieren van de families Camelidae en Cervidae dat is/die zijn gewonnen of geproduceerd, verwerkt en opgeslagen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 |
HOOFDSTUK 1
MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE VERPLAATSING TUSSEN LIDSTATEN VAN NIET VOOR DE SLACHT BESTEMDE RUNDEREN (MODEL “BOV-INTRA-X”)